top of page

Op bezoek bij beeldend kunstenaar Klaas Bullynck - 2022 oktober

Soms versta je niet waarom het gras groener is aan de andere kant. Dan moet je bij Klaas Bullynck zijn.

Achter het huis, in een donker kot, toont Klaas een aantal werken. Het zijn uitprobeersels met verschillende materialen van een kunstwerk waaraan hij werkt. ‘Vluchtende paarden’, zegt hij, terwijl hij ze opheft en toont. Ik herken magere omtrekken en holle hoofden op lange staken. Ze zijn ongeveer een meter lang en een halve meter hoog; onafgewerkte rauwe onderzoeken naar verbindingen, materiaal en een pure boodschap. ‘Een skelet van betonijzer, een vel van oude vodden en de lichaamsmassa uit was’, verklaart Klaas.

‘Kent ge Triomf van de Dood van Bruegel?’ vraagt hij, ‘Een kar vol doodskoppen wordt er voortgetrokken door een uitgemergeld paard. Dat zijn ze, machtig! Triomf des doods!’, Klaas grijnst liefelijk, ‘Paarden zijn edeler dan mensen. Wij mensen gebruiken ons verstand enkel voor ons eigen belang. Dat doen paarden niet, daarmee spreekt hun lijden ons aan. ’t Is een spiegelke, snapt ge?’.


Detail uit ‘Triomf van de Dood’ 1562, Pieter Bruegel de Oudere


Ondertussen zijn mijn ogen aangepast aan het duister. Ik zie een dikke rechthoekige plaat staan, uit een vreemd materiaal. ‘Afval’ zegt Klaas, ‘wanneer brons wordt gegoten dan loopt vuile gesmolten was eruit, dat vangen we op in een bak, vandaar die vorm, en als het gestold is, ziet het er zo uit. Supermateriaal. Ideaal voor mijn paarden. Die vuile roestkleur! Net wat ik nodig heb.’

We kijken nog wat rond. In de hoek staat een doodskist rechtop tegen de muur. Het deksel is half geopend. De kist is leeg: het lijk is even om koffie. We zijn de dag voor Halloween. ‘Waar heb je dat vandaan?’ verwonder ik me. Klaas lacht, ‘dat was van Cirque Requiem[1], in de laatste wagen, ‘t was de max: we hadden die kist vol met flessen jenever gezet. Erachter liepen sexy serveuses gekleed met nonnenkapjes, geschminkt en al, ge weet wel, en die boden aan iedereen nen druppel aan. Zalig! Schone tijd was dat!’.


Ik draai me om en herken een werk dat ouder is. ‘La Peau de Chagrin’, spuwt Klaas met toe. Het is een rechthoekig horizontaal gespannen vel waardoor een verticaal langwerpig scherp mes snijdt. ‘Cortenstaal’ verduidelijkt Klaas. Het rechtopstaande lemmet ziet er dodelijk uit. Ik bedenk dat een bezoek aan dit duister berghok dus niet zonder risico is. Voorzichtig raak ik het gespannen ‘vel’ aan, dat voelt als latex.

‘De titel komt van een verhaal van Balzac, over nen tiep die bij een antiquair een nieuwe huid koopt. Daarmee kan hij alles krijgen wat hij wil. Gelijk een pact met de duivel, zeg maar. Geld, vrouwen, succes, hij krijgt alles voor mekaar, maar het is natuurlijk nooit genoeg. Een beetje gelijk drugsverslaafden. Komt vaak terug in mijn werk.


Illustratie door Adrien Moreau uit La Peau de Chagrin, Honoré de Balzac, uitgave Werdet, 1834


Ge weet toch waarom het gras aan de andere kant altijd groener is? Omdat er daar nog meer stront is! Zo is dat, nog meer shit!’ We stappen buiten. Onder een afdak trekt een oude boekenpers mijn aandacht. Klaas volgt mijn blik. ‘Is dat ook een kunstwerk?’ vraag ik. ‘Vaneigens! Da’s een antieke boekenpers, symbool voor menselijke wijsheid; de boekdrukkunst, de verlichting, wetenschap.’


‘mystic press' (a thousand plateaus), Antique bookpress, crushed funnel. Klaas Bullynck.


Op de pers ligt geen boek, maar een zinken trechter. ‘Een trechter is een bodemloos vat. Ge kunt het blijven vullen en het geraakt nooit vol. Daarom wordt een krankzinnige vaak voorgesteld met een omgekeerde trechter op zijne kop.’ Klaas zucht, checkt of ik nog volg, en gaat door: ‘Er bestaan veel verluchtingen in Middeleeuwse boeken die dit ook tonen. ’t Is dan Jezus, die uitgeperst wordt op een wijnpers. ’t Is gelijk ik al zei: we gebruiken ons verstand verkeerd. We persen onze wijsheid uit en we vinden van alles uit, maar we geraken niet vooruit. Ne mens zou er zot van komen!’. Klaas omarmt tot slot deze pijnlijke conclusie met een glimlach.



Auteur: Niko Goffin voor Arterie



[1] Cirque Requiem, 2004, de symbolische begrafenis van Theater aan Zee 2004. De stoet houdt het midden tussen straattheater en een traag voortschrijdende expositie. Glimmend zwarte oldtimers maken een laatste ereronde. Een caravan verwijst naar de circustraditie, altijd onderweg. Een schip, veerboot naar het hiernamaals, speelt in op de locatie: de zee, gever en nemer. Eindeloze reis van leven naar dood, van dood naar leven. De figuranten, acteurs en muzikanten, zijn uitgedost in imposante kostuums, geïnspireerd door historische funeraire- en circuscultuur. 

Hou me op de hoogte van nieuwe artikels

Bedankt voor de interesse

bottom of page