Archi-textile: interview Séverine Gallardo (Nederlands / English)
FOR ENGLISH SCROLL DOWN
Waarom zou je een kerk op je hoofd zetten? Of hoe haak je een weelderige tuin die je geest in contact brengt met een onzichtbaar mysterie? Het interview met kunstenaar Séverine Gallardo, verandert een barse winteravond in een gezellige kleurrijke reis. Ja, want met de huid van een forel kan je je ook spiritueel beschermen.
Kun je ons vertellen hoe je tot het ontwerp bent gekomen van de werken die je presenteert in Archi-textile?
Als tiener was ik erg moe, mijn bloeddruk daalde en ik kon niet mee op school. De dokters gaven me het advies om te rusten. Daardoor ging ik logeren bij mijn oma op het platteland: Mamie Arlette. Zij had 25 jaar in Afrika gewoond, in Gabon. In haar ongelooflijke huis op het platteland, stonden heel veel vreemde dingen: opgezette dieren, ook veel stoffen, slagtanden van olifanten, beeldjes uit Afrika. Het was een bijzondere wereld en doordat ik daar was om te rusten, begon ik me al snel te vervelen. Mijn oma haalde een enorme doos tevoorschijn met een heleboel draden en materialen en vroeg: kun je haken? Het feit dat ik die knopen kon leggen met de haakpen en het garen vond ik heel fascinerend. Uiteindelijk brachten we de hele tijd samen door met niets anders dan de handeling op zich. De beweging herhalen en plezier maken met materialen, kleuren en vezels. We waren verbonden in het handwerk en ik vond het geweldig, omdat ik het gevoel had dat ik iets leerde wat ik echt leuk vond. Iets waar ik heel gevoelig voor was. Het was een van de beste momenten van mijn leven.
Zijn de inspiratie uit Afrika en de introspectie nog steeds jouw drijfveren?
Er zijn 2 zaken: er is de praktijk, die voor mij een manier is om me te heroriënteren. Sommige mensen doen aan yoga, anderen gaan hardlopen, maar voor mij is het het repetitieve gebaar dat me kalmeert. Voor mij is het ideaal als het echt slecht weer is. Dat is mijn favoriete weer. Ik vind het heerlijk om thuis te zijn, de materialen aan te raken, en te kijken naar de vezels en naar de vibraties van de kleuren. Dat is één.
Twee: ik ben iemand die nog nooit een trui of sjaal heeft gebreid. Sommige mensen haken en breien voor een heel specifiek doel. Dat is niet mijn geval. Wat ik leuk vind, is experimenteren en knopen leggen om te zien waar het me kan brengen zonder het resultaat te kennen.
Tussen het haken van toen en wat je vandaag creëert, is er een grote evolutie. Hoe is die tot stand gekomen?
Ik begon met tekenen met wol en met het maken van jacquards. Ik verwisselde garens om patronen te maken. En omdat mijn partner en ik uitgevers zijn, begon ik boekomslagen te maken. Ook papieren hulzen. Ik vermaakte me met het breien van dingen om plezier te hebben met de patronen. Daarna maakte ik kleine zakjes, die uitgroeiden tot grote. En op een dag - o verrassing - zette ik z’n zak op mijn hoofd. En ik vond het echt cool, echt verrassend. Vanaf dat moment begon ik na te denken over wat ik rond het gezicht en hoofd zou kunnen doen.
Wat me interesseerde was de manier waarop het gezicht een bouwwerk kon worden. Dit vond ik ongelooflijk sterk en mooi, dus begon ik deze soort tassen die ik had gemaakt te transformeren en probeerde ik te bedenken hoe ik er een structuur van kon maken, een opstaande architectuur, wetende dat het breiwerk in elkaar zou vallen. Zo begon ik aan een serie maskers geïnspireerd op Afrikaanse maskers. Beetje bij beetje werden deze maskers omgevormd tot hoeden, of eigenlijk hoofdtooien. Na verloop van tijd werden mijn invloeden breder. Zo was ik ook gefascineerd door vrouwen die voorwerpen op hun hoofd droegen: vazen, grote cilinders om water te dragen. Dit vind ik ongelooflijk, krachtig en extreem mooi. Tegelijkertijd heb ik altijd van getekende verhalen gehouden, zoals je vindt in boeken of op muren in kerken. Uiteindelijk begon ik mijn eerste hoofdtooien te maken. Ze vertelden een verhaal dat op mijn kop stond. Het idee dat deze gedachten en verhalen direct gekoppeld waren aan mijn hoofd vond ik erg leuk.
Uw werken creëren verbindingen en reiken naar de hemel. Zijn het spirituele kunstwerken?
In eerste instantie maakte ik deze hoofdtooien alleen voor mezelf. Ik bedenk kleurrijke en grappige hoofdornamenten omdat ik er plezier aan beleef. Ik krijg er een kick van om mijn eigen filmpjes te maken en mezelf verhalen te vertellen.
Maar er zit ook een zekere droefheid in mijn ornamenten. In de zin dat ze verbonden zijn met iets dat voor mij onzichtbaar is. Ik ben hier, levend, en ik maak een creatie die mijn geest direct verbindt met iets dat ik niet ken, iets heel mysterieus. Dit is een mysterie en in dit mysterie schuilt volgens mij de dood.
Bovendien zijn het ook siertuinen, weelderig en groen. Het zijn zowel wilde tuinen als stille kerken. Mensen zien eerst de grappige kant - deze grote, heel vreemde hoofddingen die steeds hoger en zwaarder worden, maar ik zie ook architectuur die geïnspireerd is op kerken.
Draagbare kapellen? Gepersonaliseerde basilieken?
Ja, dat zijn individuele kerken die je kunt dragen op je hoofd.
Ik van hou van de meditatie en de stilte in kerken, maar ook de levendige sfeer zoals in Padua, waar mensen komen met hun gebeden, hun hoop en hun verzoeken. Die overgave raakt me.
Je materiaalkeuze is heel gevarieerd. Is het je wens om de hele wereld te verenigen?
Ik gebruik veel materialen. Het belangrijkste is dat ze me raken. Bijvoorbeeld pythonhuid die ik op een rommelmarkt heb gevonden, of kevers, zoals Jan Fabre. Of zeeschelpen en huid van forellen die gelooid zijn tot leer. Ik hou van het werk van de handwerkers bij de Inuit die aan de oevers van de rivier de Amur wonen. Hun leven en werken rond vissenhuid. Ze maken accessoires en kleding om zich te beschermen tegen de kou, maar ook om zichzelf op een spirituele manier te beschermen.
Kledij zie ik niet alleen als bedekking en bescherming; het heeft veel meer functies. Dat raakt me, dat spreekt me aan en ik vind het ontzettend mooi. Daarom probeer ik natuurlijke materialen te gebruiken in mijn hoofdtooien. Het vilt dat ik gebruik komt van schapen, net als de wol. Maar ook de insecten en alles wat ik gebruik, dient om een prachtige tuin te maken. Een tuin die uit je hoofd komt. Een tuin verbonden met architectuur.
Wat zijn je dromen, waar wil je naartoe?
Dat weet ik niet.
Bij het maken van de ornamenten heb ik nooit enige ambitie gehad. Het is gewoon fun om ze te maken. Dat ìs mijn reis. Mijn sieraden nemen me mee. Ze brengen me naar plaatsen waar ik nooit had gedacht te komen.
Ik ken België niet, maar dankzij mijn sieraden zal ik Antwerpen bezoeken. Dankzij mijn sieraden heb ik Micki Chomicki ontmoet. Het is een ontmoeting door mijn sieraden en ik hou van die verrassing. Waar mijn tooien me uiteindelijk zullen brengen, weet ik niet. Als ik creëer, zijn mijn bestemmingen zowel onzichtbaar als denkbeeldig en als ik ze uitvoer, zijn ze heel concreet. Ik realiseer mijn dromen in en met mijn hoofdversieringen. Daarom hou ik er zo van.
Séverine Gallardo
ENGLISH
Archi-textile: interview with Séverine Gallardo
Why would you put a church on your head? Or how do you crochet a lush garden that connects your spirit to an invisible mystery? This interview with artist Séverine Gallardo transforms a harsh winter evening into a warm, colorful journey. Yes, because even the skin of a trout offers spiritual protection.
Can you tell us how you produced the designs for the works presented in Archi-textile?
As a teenager, I was often very tired; my blood pressure would drop, and I couldn’t keep up at school. The doctors advised me to rest, so I stayed with my grandmother, Mamie Arlette, in the countryside. She had spent 25 years in Gabon, Africa. Her incredible house was filled with unusual objects: taxidermy, fabrics, elephant tusks, and African sculptures. It was a fascinating world, but I quickly became bored since I was there to rest.
So, my grandmother brought out a huge box filled with threads and materials and asked me, “Can you crochet?” I was captivated by the process of making knots with a hook and yarn. We spent hours together, simply enjoying the act of creating. The repetitive movements, the play with materials, colors, and fibers—it felt deeply rewarding. I was learning something I truly loved, something I was naturally drawn to. It was one of the best times of my life.
Are the inspirations from Africa and your introspection still your driving forces?
There are two parts to it. First, the practice itself is my way of grounding myself. Some people do yoga or go for a run; for me, it’s the repetitive motion that calms me. Especially in harsh weather— I love those days when I can stay home, touch the materials, and immerse myself in the colors and textures of the fibers.
Second, I’m not someone who crochets or knits sweaters or scarves for practical purposes. What excites me is experimenting, tying knots, and seeing where it leads me without knowing the result.
There is a big evolution between the crochet of your youth and what you create today. How did that come about?
I started by drawing with wool and making jacquard patterns by swapping threads to create designs. Since my partner and I are publishers, I began making book covers and paper sleeves, just playing around with patterns. Later, I started making small pouches, which grew larger over time. One day—surprise! —I put one on my head. I thought it was cool and intriguing.
That moment sparked an idea: what else could I create around the face and head? I became fascinated by how the face could become an architectural structure. This led me to transform those pouches into upright designs, exploring how to build stable forms with materials that naturally collapse. I started making a series of masks inspired by African designs, which gradually evolved into hats or headdresses.
Over time, my influences expanded. I was drawn to women carrying objects on their heads—vases, large cylinders of water. It’s incredibly powerful and beautiful. I’ve also always loved storytelling through images, like in books or murals in churches. My headdresses became a way to tell stories—stories perched on my head.
Your works create connections and reach toward the heavens. Would you call them spiritual art?
At first, I made these headdresses purely for myself. They’re colorful, playful creations that I enjoy wearing and using to tell stories. I even make videos with them just for fun.
But there’s also a sense of melancholy in them. For me, they are tied to something invisible, something mysterious that I can’t fully grasp. This mystery, I believe, is connected to death.
At the same time, they’re like ornamental gardens—lush, green, wild, yet serene, like silent churches. People often see the humor in them first—these large, strange headpieces—but I also see them as architectural, inspired by churches.
Wearable chapels? Personalized basilicas?
Exactly! Individual churches you can wear on your head. I love the meditative silence of churches, but also the vibrant energy of places like Padua, where people bring their prayers, hopes, and wishes. That devotion moves me.
Your choice of materials is remarkably diverse. Do you aim to unite the world through them?
I work with many materials, but what matters most is that they resonate with me. For example, I have used python skin I found at a flea market, beetles like those in Jan Fabre’s work, seashells, and tanned trout skin. I admire the craftsmanship of the Inuit along the Amur River, who use fish skin to make clothing and accessories—not just for warmth but also for spiritual protection.
Clothing, to me, is more than just coverage or protection. It has so many layers of meaning. That is why I use natural materials in my headdresses—felt from sheep, wool, insects—everything contributes to creating a beautiful garden. A garden that grows out of your head, connected to architecture.
What are your dreams? Where do you want to go from here?
I do not know.
When I make these ornaments, I have no ambitions beyond the joy of creating. That is my journey. My headdresses take me places I never imagined.
For instance, I’ve never been to Belgium, but thanks to my creations, I’ll visit Antwerp. That is how I met Micki Chomicki—through my work. It is these surprises that I love. Where my creations will ultimately lead me, I don’t know.
When I’m making them, my destinations are invisible and imaginary, but when I bring them to life, they become real. Through my headdresses, I turn dreams into reality—and that is why I love doing it.
Séverine Gallardo